Onze druivenrassen

Onze druivenrassen

Door het beschikbaar komen van nieuwe resistente en vroeg rijpende rassen, zoals Regent en de Solaris, heeft de wijnbouw in Nederland sinds eind jaren 90 een grote opleving gekend. Ook de wereldwijde opwarming van het klimaat maakt het meer en meer mogelijk om in Nederland wijngaarden te ontwikkelen. Diverse hobby-wijngaarden groeien uit tot commerciële wijngaarden en er worden nieuwe commerciële wijngaarden ontwikkeld. Veel Nederlandse commerciële wijngaarden draaien op een combinatie van wijnproductie en de inzet van vrijwilligers.


Oorsprong van de Solaris

De naam Solaris is afgeleid van “solar” de zon, vanwege haar kracht en vroeg zomerse rijpheid. Het is een nieuw wit druivenras dat in 1975 ontwikkeld is door het Weinbau-instituut te Freiburg aldaar bekend onder de naam FR 240-75.

Eigenschappen:
De Solaris is zeer geschikt voor ons wat koudere klimaat, en wordt in de Nederlandse regio vooral gebruikt in de wijnteelt omdat hij goed ziekteresistent is, makkelijk vruchten geeft en een sterkegroeikracht heeft. Ondanks ons koudere klimaat, geeft de druif toch nog hoge suiker- en lage zuurgehaltes. Een suikergehalte (Oechsle gehalte ) van rond de 100 graden komt (rond de 250 gram/l) regelmatig voor. Er zijn Nederlandse wijngaarden bekend waarbij geoogst is met 120 Oechsle, goed voor meer dan 15% alcohol! Daarnaast is deze druif wegens zijn hoge suikergehalte ook geschikt voor directe consumptie.

De wijn:
De wijn van Solaris is vol en krachtig, met veel tropisch fruit en ondanks dat de wijn droog is, zit er een licht zoetje in de smaak. De Solaris kan ook zeer goed gebruikt worden voor het maken van een dessertwijn, is geschikt als tafeldruif maar is ook zeer geschikt om andere wijnen mee te verbeteren.


Oorsprong van de Regent

De Regent is een Duits druivenras, dat is ontstaan uit een kruising van Diana (Silvaner x Müller-Thurgau) x Chambourcin. De kruising werd in 1967 uitgevoerd door prof. dr. Gerhardt Alleweldt (1927-2005) aan het Instituut Geilweilerhof in Siebeldingen in Rijnland-Palts aldaar onder de naam ‘Geilweilerhof 67-198-3’ en als ras onder de naam Regent geïntroduceerd. Op 4 maart 1994 werd in Duitsland kwekersrecht verleend.


Eigenschappen:
Het ras geeft kleine tot middelgrote blauwe bessen aan kleine tot middelgrote enigszins compacte trossen. De bessen rijpen in Nederland vanaf eind september en worden erg zoet met een kruidige smaak. De stokken groeien sterk met een half-rechtopgaande groeiwijze. De bladeren kleuren in de herfst
mooi rood. Op winderige en koele plekken kan de vruchtzetting te wensen over laten. De mate van resistentie tegen de echte en valse meeldauwschimmels is redelijk tot goed. Bij een hoge infectiedruk of onder ongunstige omstandigheden kan wel aantasting optreden, doch deze is dan gewoonlijk minder hevig dan bij niet-resistente rassen.


De wijn:
De Regent wijnen zijn droge wijnen met de nodige materie en tannine die bijna mediterraan aandoen. Aroma’s van kersen en zwarte bessen herinneren aan andere gerenommeerde rode wijnen. De Regentwijnen zijn betrekkelijk vroeg op dronk.